Dag Lisette, kun je jezelf voorstellen?
Ik ben Lisette Roozen, 52 jaar, ik ben getrouwd en heb twee dochters, van 22 en 20, die allebei nog studeren.
Ik ben in 1989 begonnen met werken bij de Rabobank. Daar heb ik twee jaar gewerkt. Daarna ben ik een korte periode bij een herverzekeringsmaatschappij gaan werken. Na een jaar ben ik overgestapt naar Raet om daar te werken als beginnend salarisadministrateur. Daar heb ik de kneepjes van het vak geleerd. Ik heb daar 25 jaar gewerkt voordat ik de overstap naar het CBBS maakte. Inmiddels ben ik hier vijf jaar werkzaam.
Ik werk met name met klanten in de zorg, zoals sociaal werk, de kinderopvang, de GGZ, en de gehandicaptenzorg. Voor deze klanten doe ik de maandelijks de salarisverwerking. Daarnaast help en adviseer ik ze bij vragen op zowel fiscaal als wettelijk gebied. Daarnaast doe ik regelmatig consultancyklussen buiten de deur. Ik help bij implementaties of doe een ziekte- of zwangerschapsverlofvervanging van de salarisadministrateur.
Het is een gevarieerde baan. De werkzaamheden van de salarisadministratie herhalen zich elke maand, maar ik werk wel met allemaal verschillende mensen en regels. Zorgklanten hebben heel leuke en gevarieerde cao’s. Daarnaast verzint de overheid regelmatig het een en ander om ons scherp te houden. Dit is echt vak waarbij je up-to-date moet blijven. Dat doe ik door veel te blijven lezen. Er verschijnen elk jaar weer publicaties over wat er moet veranderen. Die houd ik zorgvuldig bij.
Ik werk veel met kleinere werkgevers, die geen ruimte hebben om zelf iemand aan te nemen op dit gebied. We krijgen daardoor veel vragen, ook over fiscale zaken. De overheid verlangt steeds meer van de administratie van werkgevers. De werknemer wordt steeds beter beschermd, en daardoor ontstaan steeds meer regels. Daardoor is ook mijn vak veranderd.
Wat maakt dit jouw ideale baan?
Ik vind het vaste patroon van deze baan prettig. Ik vind eigenlijk alles leuk; het hangt ook allemaal met elkaar samen. Ik werk graag met cijfers, maar ook met mensen. Ik ga nog steeds elke dag met heel veel plezier naar mijn werk. Natuurlijk mogen er dagen zijn waarop je geen zin hebt, maar over het algemeen ben ik blij. Dat geef ik mijn dochters ook mee: of je veel verdient of weinig, dat maakt eigenlijk weinig uit.
Tegen welke uitdagingen loop je aan in je werk?
Ik werk veel met kleine werkgevers, soms ook met stichtingen met penningmeesters. Die weten vaak weinig van salarisadministratie, maar willen het wel graag goed begrijpen. Het is soms lastig om uit te leggen waarom dingen zijn zoals ze zijn. Dan blijven ze maar vragen: hoe zit het nu precies? Voor mij is het dan lastig om dat in simpele taal te doen, en niet te blijven hangen in jargon.
Hoe kom jij nu echt tot rust?
Ik wandel graag. Ik tennis ook met vriendinnen. Dat helpt me om na mijn werk te ontspannen. Aan de andere kant: ik maak me ook niet zo gauw druk. Ook lees ik graag een boek. Ik heb geen voorkeur voor een bepaalde schrijver of een bepaald genre: ik vind bijna alles leuk.
Waar ben je het meest trots op?
Ik ben er trots op dat ik het als moeder allemaal gedaan heb, zo met twee kinderen, met mijn banen en op een gegeven moment zelfs ook nog een opleiding ernaast. Ik zie dat mijn kinderen op een goede plek terechtgekomen zijn, en dat doet me goed. Of ik een tip heb voor moeders die worstelen met deze combinatie? Dat doet iedereen op zijn eigen manier. Ga vooral op je intuïtie af, zou ik zeggen.
Wat is de belangrijkste les die je hebt geleerd in je werk?
Ik heb geleerd dat ik soms even tot tien moet tellen voordat ik reageer. Anders wil ik nog weleens iets zeggen waar ik de volgende dag niet meer helemaal achtersta. Ik weet inmiddels: ik moet zo’n boze mail nog even in concept laten staan. Dan verander ik er bij een tweede keer lezen waarschijnlijk nog een heleboel aan.