Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet de nieuwe plannen voor het komende jaar. Veel van deze voorstellen raken werkgevers direct, bijvoorbeeld op het gebied van lonen, arbeidsvoorwaarden en mobiliteit. CBBS volgt deze ontwikkelingen nauwlettend, zodat u precies weet wat er verandert en wat dit betekent voor uw organisatie. Hieronder vindt u een overzicht van de meest relevante wijzigingen.
Lonen en vergoedingen
- Minimumjeugdloon – Het minimumjeugdloon stijgt sterker dan het reguliere minimumloon.
- Thuiswerkvergoeding – De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt per 2025 verhoogd naar € 2,45 per dag.
- Werkkostenregeling (WKR) – In 2026 blijft de vrije ruimte 2% van de loonsom, maar vanaf 2027 wordt dit 2,16%.
- Expats – De mogelijkheden voor vergoedingen lijken te worden versoberd (o.a. extra kosten levensonderhoud en bellen naar het thuisland). Dit geldt echter alleen voor expats die geen gebruik maken van de 30%-regeling – in de praktijk dus voor de meeste werkgevers nauwelijks van invloed.
- Topinkomens (WNT) – Vanaf 1 januari 2026 wordt de aftopping van de 30%-regeling gekoppeld aan de Wet Normering Topinkomens, met een grens van € 262.000 per jaar (circa € 20.000 per maand). Voor vrijwel alle werkgevers heeft dit geen gevolgen.
Flexibele arbeid en verzuim
- Uitzendbranche – De ketenregeling verandert ingrijpend. De periode voor een ‘herstart’ wordt verlengd van 6 maanden naar 5 jaar.
- Tweede spoor bij verzuim – Voor kleine en middelgrote werkgevers krijgt het tweede spoor (re-integratie buiten de organisatie) een grotere rol.
- Compensatieregeling transitievergoeding – De regeling na 2 jaar ziekte blijft straks alleen nog gelden voor kleine werkgevers.
Verlof en crisismaatregelen
- Versimpeling verlofstelsel – Er komt een voorstel om het huidige verlofstelsel eenvoudiger en overzichtelijker te maken.
- Crisisregeling – Bij crisissituaties – zoals een pandemie of het wegvallen van de werkplek – kan de overheid tot 70% van het loon compenseren.
Mobiliteit en duurzaamheid
- Pseudo-eindheffing fossiele auto’s – Vanaf 2027 geldt een extra heffing van 12% voor fossiele auto’s van de zaak. Deze geldt alleen voor auto’s die na 1 januari 2027 ter beschikking worden gesteld. De overgangsregeling loopt tot 17 september 2030.
- Registratieplicht mobiliteit – De plicht tot het registreren van persoonsgebonden mobiliteit gaat gelden vanaf 250 werknemers (nu nog 100). Hoewel de wet nog door de Kamer moet, is de handhaving alvast stopgezet.
- Fiets van de zaak – Werkgevers mogen een fiets van de zaak nu ook aanbieden zonder dat privégebruik leidt tot bijtelling.
Het is afwachten op de verkiezingen en de gevolgen die die met zich meebrengen. CBBS houdt u hierover op de hoogte en adviseert u graag over de gevolgen voor uw organisatie. Heeft u vragen over een van deze onderwerpen? Neem gerust contact met ons op.